Microsoft zet waterstof in voor datacenters

Computergigant Microsoft heeft waterstof-brandstofcellen ingezet om een datacenter 48 uur draaiende te houden.
We gebruiken allemaal steeds vaker ‘de cloud’. Al deze data moet ergens opgeslagen worden. Bedrijven zoals Microsoft hebben daarom over de hele wereld datacenters staan. Die moeten altijd operationeel zijn en draaien dag en nacht op volle toeren. Er staan daarom dieselgeneratoren paraat voor als de stroom uitvalt. Maar dat kan duurzamer, vinden ze bij Microsoft.
CO2-neutraal
Microsoft wil graag in 2030 CO2-neutraal zijn en richt daarom zijn pijlen op waterstof. Met het inzetten van waterstof-brandstofcellen wil de gigant dieselgeneratoren vervangen die voor noodstroom zorgen.
In de afgelopen jaren zijn de kosten van waterstof-brandstofcellen sterk gedaald, waardoor die nu een economisch aantrekkelijk alternatief zijn voor dieselgeneratoren.
“Dieselgeneratoren zijn duur en staan 99% van de tijd stil”, aldus Mark Monroe, hoofdingenieuw infrastructuur bij Microsoft. “Het plan om die op groene waterstof te laten lopen, past perfect bij onze koolstofverplichtingen.”
Energieopslag
Het systeem kan bovendien energie opslaan. Een elektrolyzer kan bijvoorbeeld worden ingeschakeld tijdens perioden van overmatige wind- of zonne-energieproductie om de duurzame energie op te slaan als waterstof. Als er veel vraag naar stroom is, kan Microsoft de waterstof-brandstofcellen opstarten om elektriciteit aan het net te leveren.
Voorspoedig
De eerste tests met de brandstofcellen zijn voorspoedig verlopen. Het systeem is in september 2019 geïnstalleerd bij een datacenter in Salt Lake City en in december voor het eerst 24 uur lang getest. De tweede test vond plaats in juni, waarbij het datacenter 48 uur lang zonder problemen gebruik maakte van de waterstof-brandstofcellen.