Kamerbrief: investeren, innovatie en waterstofeconomie

‘Geen waterstof zonder infrastructuur; geen innovatie, zonder randvoorwaarden‘ is een van de punten in een kamerbrief over innovatie en impact voor Nederland.
Het kabinet investeert 6 miljard extra in kennisontwikkeling en innovatie tot een totaal van 19,5 miljard voor vijf jaar. Deze forse financiële impuls moet de hefboom zijn voor private investeringen in vernieuwing en ook energietransitie. De overgang naar een waterstofeconomie past daarin. Het blijkt uit een uitgebreide en diepgaande brief aan de Tweede Kamer over het stimuleren van innovatie en kennis. De 61 pagina’s tellende brief is van de ministeries van Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Overgang naar waterstofeconomie
“De overgang naar een waterstofeconomie is een goed voorbeeld van hoe de overheid met regie een transitie kan versnellen”, zo is te lezen. “Een energiemaatschappij zal pas (groene) waterstof gaan produceren in een daarvoor (om) te bouwen productielocatie als duidelijk is dat daar voldoende vraag naar is. Een fabriek zal pas overschakelen naar waterstof als energiebron wanneer er voldoende aanbod is, dat niet (veel) duurder is dan de alternatieven.”

Waterstofeconomie op gang krijgen
Doorbreken van de kip en het ei-situatie is nu van belang om de waterstofeconomie op gang te krijgen. Dat blijkt duidelijk uit de inhoud van de kamerbrief: “Distributiebedrijven zullen pas pijpleidingen leggen, bestaande leidingen aanpassen en andere infrastructurele investeringen doen als er vraag is naar transport van waterstof. Door de omvangrijke benodigde investeringen kan niemand het risico lopen dat er na de investering niet of onvoldoende gebruik gemaakt wordt van deze investeringen. Alle betrokken partijen zullen gezamenlijk de overstap moeten maken. Juist de overheid kan de betrokken partijen zekerheid bieden en hen gezamenlijk naar de transitie bewegen.
Maatschappelijk uitedagingen
Partijen hoeven niet op elkaar te wachten, maar kunnen juist gezamenlijk optrekken volgens de ministeries. Door te innoveren vanuit een gezamenlijke agenda, kan elke speler bijdragen aan verschillende aspecten van de oplossing: van R&D en innovatie, tot infrastructuur en wet- en regelgeving. Verschillende partners in de keten kunnen hieraan een bijdrage leveren: bedrijven en kennisinstellingen, nationale, regionale en Europese overheden, maar ook maatschappelijke organisaties.
Missie gedreven innovatiebeleid
“Het missie gedreven innovatiebeleid biedt de kaders voor deze samenwerking, nationaal en regionaal. Dit alles vraagt om goede samenwerking tussen innovatieve ondernemers en beleidsmakers – bij EZK, betrokken ministeries en regionale overheden.