Waterstof als systeemdrager 16 oktober 2017

Is groene waterstof wel echt ‘groen’?

Hoog tijd voor certificering van groene waterstof. Zodat bedrijven, die hiervan gebruikmaken, kunnen bewijzen dat ze investeren in een lagere CO2-uitstoot. Medio 2018 moet er in Europa zo’n certificaat zijn, een Green Hydrogen Guarantee of Origin.

Groeiende belangstelling

Biobrandstoffen, windenergie en zonnestroom, daar is een markt voor. Voor grote bedrijven is de inzet hiervan vaak noodzakelijk om te voldoen aan afspraken over vermindering van CO2-uitstoot. Voor waterstof groeit de belangstelling. En dan het liefst waterstof die is gemaakt met de energie van windmolens en zonnepanelen. Of waterstof die als restproduct vrijkomt bijvoorbeeld bij het maken van chloor en loog van pekel.

Certificering

Je moet als bedrijf echter wel met een certificaat kunnen aantonen dat de waterstof ook echt ‘groen’ is. Daarvoor is een Guarantee of Origen (GO) nodig, verstrekt door een daartoe bevoegde certificeringsinstantie, zoals de Tüv. Een consortium onder regie van HINICIO doet nu onderzoek daarnaar, de CertifHy studie.

Zonder certificaat is ‘groene’ waterstof voor beperking van CO2-uitstoot van generlei waarde. Om de vraag naar groene waterstof een boost te geven en de productie ervan rendabel te maken is de komst van een Green Hydrogen Guarantee of Origin nodig. De procedures daarvoor zijn in gang gezet. Er wordt gewerkt aan de opzet van een pilot en aan aan de benodigde ICT-systemen. Als alles volgens plan verloopt, kunnen de eerste certificaten vanaf juli 2018 daadwerkelijk worden uitgereikt.

Plannen voor pilot

Bij die pilot komt ook productie van groene waterstof op industriële schaal in de schijnwerper. Genoemd worden fabrieken in België en Duitsland die via elektrolyse met wind- en/of zonne-energie waterstof maken. In Nederland wordt gedacht aan het benutten van de waterstof die bij de chloorproductie vrijkomt.

Bij de productie van chloor en loog uit pekel, met behulp van elektrolyse, komt altijd veel waterstof vrij. In Nederland gaat het alleen al in een Akzo-Nobelfabriek in Rotterdam-Botlek om 18.000 ton per jaar. De verwachting is dat dit over enkele jaren meer dan 22.500 ton per jaar is.  Met 22.500 ton waterstof kun je een jaar lang 50 MW elektriciteit opwekken. Daarmee zou het elektriciteitsgebruik van de fabriek met 20 procent dalen.

Delen: